Wandeling bij de Schaapskooi
Wandelroute door reservaat Over-Heicop
Start: de wandelroute start achter het Natuurcentrum De Schaapskooi van De Natuur- en Vogelwacht De Vijfheerenlanden aan de Overboeicop 15 in Schoonrewoerd. Naast de Schaapskooi is een parkeerplaats waarvan bezoekers van het Zuid-Hollands Landschap gebruik kunnen maken.
Lengte: rondwandeling van 4 kilometer langs geriefbosjes, door populierenbossen, graslanden, griend en nieuw aangeplant bos.
Markering: geel gekopte paaltjes.
Honden: niet toegestaan.
Welkom in reservaat Over-Heicop
Het reservaat Over-Heicop is een waardevol natuurgebiedje in het hart van de Vijfheerenlanden. Op een relatief klein oppervlak kunt u er genieten van een grote verscheidenheid aan planten, dieren en landschappen. Vroeger was het gebied niet vrij toegankelijk, maar in 1998 is het reservaat naar aanleiding van de ruilverkaveling in de Vijfheerenlanden met enkele percelen uitgebreid. Reservaat Over-Heicop werd daardoor groot genoeg voor een wandelpad langs de buitenrand van het reservaat. Nu kunt u ook volop genieten van het geroffel van de bonte specht, het gekraak van een ree in het struweel en de uitbundige schoonheid van een bloeiende echte koekoeksbloem.
1 Geriefbosjes, in het ongerief geraakt
Geriefbosjes zijn hakhoutbosjes waarvan het hout vroeger werd verwerkt voor huishoudelijk gebruik. De naam zelf verklaart het al; gerieven betekent ‘ten gebruike van’, hier dus het huishouden van de desbetreffende boer. De bosjes worden vanaf 1950 niet meer als geriefbos gebruikt, wel houdt het Zuid-Hollands Landschap ze in stand door
2 Populierenbos, een steeds populairder bos
De meeste populierenbossen zijn in de jaren 50 jaar aangeplant als productiebos. Vanwege de grote groeisnelheid dacht men met dit bos snel geld te kunnen verdienen. Deze gedachte bleek ongegrond waardoor dit bos deze betrekkelijk hoge leeftijd kon bereiken. Enkele van de toen aangeplante bomen zijn in de loop der jaren afgestorven. De waarde van deze bomen zou met de vroegere doelstelling als productiebos dus te niet zijn gedaan. Voor de natuur heeft deze boom juist veel waarde. Dood hout dient als voedselbron voor bijvoorbeeld paddenstoelen, die in het najaar dan ook rijkelijk aanwezig zijn, niet alleen op de staande dode bomen maar ook op stobben en takken op de grond. Onder de bast van dode bomen zitten vele insecten die als voedselbron dienen voor boomklevers, mezen en spechten. Deze spechten vinden hun voedsel niet alleen in de dode bomen maar hakken het hol ook in de zachte stam.
Soorten die u hier aantreft zijn de grote bonte specht en de groene specht, ze zijn beide op verre afstand te herkennen door hun geroffel op de stam. Onderscheid tussen deze twee soorten is gemakkelijk aan de hand van hun roep; de kreten van een groene specht lijken op een schaterlach, de grote bonte specht slaakt korte scherpe kreten.
Bosuilen maken ook graag gebruik van dode bomen, maar door de te geringe diameters van de bomen zijn er voor deze uil door de Natuur- en Vogelwacht nestkasten opgehangen die u op de route tegen zult komen.
3. Grienden, voor mens en vogel
Grienden zijn stukken land beplant met rijshout, in deze griend zijn dat wilgen. Deze grienden worden door het Zuid-Hollands Landschap in traditioneel beheer gehouden. Twee delen worden gehakt en één vak als snijgriend beheerd. Het hout uit de grienden wordt nog steeds veelvuldig gebruikt. Hakwilg wordt bijvoorbeeld gebruikt als oeververdediging. Snijteen, dat veel flexibeler is, is te gebruiken voor het vlechten van o.a. manden. Ook de natuur profiteert van de driejaarlijkse hakcyclus. Grasmussen houden bijvoorbeeld van openheid. Ze broeden vooral in de net gehakte grienden.
De sprinkhaanrietzanger is een vogel die een teruggetrokken leven leidt in de dichte onderbegroeiing van de vochtige grienden. In het eerste jaar is het er te kaal en in het derde jaar is de onderbegroeiing te beperkt door het dichte kroondak van de wilgen die de massale ondergroei beperkt. De kleine karekiet is de vierde vogelsoort die een duidelijke voorkeur heeft voor een bepaald stadium. De tweejarige griend heeft zijn voorkeur door de massale aanwezigheid van overjarig riet.
4. Schrale graslanden, bloemrijke greppels
Doordat deze graslanden vroeger niet of nauwelijks zijn bemest, zijn ze zeer soortenrijk. De soorten die hier voorkomen gedijen het beste op arme (niet bemeste) grond. Reukgras is erg algemeen. Zeldzamer is het voorkomen van trosdravik, ook een lid van de grassenfamilie. In en langs de greppels groeit zeegroene muur, echte koekoeksbloem en wilde bertram. Het is geen toeval dat deze soorten zich vooral ophouden in de greppels. De grond is hier natter dan op het grasland. Daar houden deze soorten van. Als het waterpeil in Over-Heicop door een natuurvriendelijker peilbeheer stijgt, zullen deze soorten zich over grotere delen verspreiden. De reden dat u nu langs het grasland loopt en niet er overheen is de kwetsbaarheid. De vegetatie zou te veel lijden onder overmatige betreding. Vanaf deze plaats kunt u dit schraalgrasland toch overzien, maar het behoudt zijn waarde.
5. Jonge bomen, bos van de toekomst
De jonge bomen en struiken die hier zijn aangeplant zijn hier niet zomaar neergezet. Ze vormen een verbinding tussen twee al bestaande stukken bos. Deze uitbreiding is nodig voor de fauna in de Vijfheerenlanden. De verspreid liggende bossen en grienden dienen als stapstenen voor bijvoorbeeld reeën. Stapstenen bieden rust en bescherming voor het wild. Dit is ook de reden waarom de wandeling met een grote boog om het gebied heen voert. Het middengebied blijft zo ongestoord waardoor de rust voor de fauna gewaarborgd blijft. Bij nat weer zult u soms sporen tegenkomen van reeën en verschillende marterachtigen, zo kunt u zien welke dieren uw pad kunnen kruisen tijdens uw wandeling in dit mooie gebied.