Luistenbuul

Geschiedenis Luistenbuul

Door Dick Kerkhof

luistenbuul

Bloemrijk droog stroomdalgrasland in de Luistenbuul. Zichtbaar zijn o.a. Veldsalie, Kleine pimpernel, Zachte haver, Zachte dravik, Smal fakkelgras, Knolboterbloem, Akkerhoornbloem en Gewone margriet

In 1948 ontdekte H.M. Heijbroek in een uiterwaard tussen Lexmond en Ameide een grote populatie Paardenhoefklaver. Deze warmteminnende vlinderbloemige heeft zijn hoofdverspreiding in kalkgraslanden in Midden- en Zuid-Europa, maar had in Nederland tot dan toe nooit vaste voet aan de grond gekregen. In de Kersbergsche en Achthovensche Uiterwaarden bleek Paardenhoefklaver overvloedig te groeien in prachtig ontwikkeld droog stroomdalgrasland. Dit zeldzame vegetatietype, dat alleen voorkomt op droge, zandige standplaatsen langs de grote rivieren, houdt ongeveer het midden tussen Centraal-Europees kalkgrasland en kalkminnend droog duingrasland.

Om een indruk te geven van de soortensamenstelling van droog stroomdalgrasland, volgt nu een opsomming van bijzondere soorten die rond 1950 samen met Paardenhoefklaver werden aangetroffen. Houdt u vast: Veldsalie, Moeslook, Bieslook, Ruig viooltje, Ruige weegbree, Kleine ruit, Zacht vetkruid, Gewone agrimonie, Kleine pimpernel, Kleine bevernel, Kattendoorn, Kruisdistel, Sikkelklaver, Grote tijm, Geel walstro, Geoorde zuring, Oosterse morgenster, Kleine ratelaar, Geelhartje, Bevertjes, Smal fakkelgras, Zachte haver, Goudhaver, Kweekdravik, Handjesgras.

De ontdekking van de in Nederland superzeldzame Paardenhoefklaver leidde tot geregeld bezoek van vegetatiekundigen en floristen aan het terrein. Zo ontdekte Victor Westhoff er in 1954 ook Harlekijn, troffen S.E. de Jongh, M.C. Schakel en A.G. de Wilde er in 1962 zowaar Rode bremraap aan, en vond Eddy Weeda er in 1990 de zeldzame kalkmossen Cilindermos, Sparrenmos en Smaragdmos. Ook een lid van de Natuur- en Vogelwacht De Vijfheerenlanden wist de soortenlijst langer te maken: Simon Bakker vond in 1988-1990 op de grens tussen grasland en de steenglooiing langs de Lek de zeldzame zoomplant Bochtige klaver.

Tussen 1966 en 1992 verschenen in De Levende Natuur en Gorteria enkele artikelen over de sterk bedreigde droge stroomdalgraslanden langs onze grote rivieren en over de achteruitgang van de populatie Paardenhoefklaver. In 1966 kon Staatsbosbeheer weliswaar een deel (0,2 ha) van het bijna 7 hectare grote perceel huren, maar dit stukje, dat de naam Luistenbuul* kreeg, was veel te klein om de populaties zeldzame en bedreigde stroomdalplanten echt goed te kunnen beschermen. In 1977 werd het reservaatje vergroot tot 0,4 ha en in 1990 tot 1,1 ha; dit kon de achteruitgang echter niet stoppen. De situatie werd er niet beter op toen de eigenaar van het perceel het niet aan SBB verhuurde grasland rondom de Luistenbuul liet scheuren en dat maïsakker werd. Nabeweiding werd daardoor vrijwel onmogelijk. Als gevolg van de intensivering van het agrarische bedrijf is Paardenhoefklaver uitgestorven in Nederland en zijn van bijna alle andere bijzondere planten de populaties in de Kersbergsche en Achthovensche Uiterwaarden gedecimeerd.

kaartluistenbuulToch is het huidige reservaatje de Luistenbuul nog steeds waardevol: de populatie Cilindermos is waarschijnlijk de grootste van Nederland en Veldsalie en Kleine pimpernel zijn de laatste jaren goed vooruitgegaan. Zacht vetkruid, Grote tijm, Sikkelklaver, Geel walstro, Bevertjes, Smaragdmos, Smal fakkelgras, Zachte haver, Kleine ruit en enkele andere stroomdalplanten zijn nog in het reservaatje aanwezig. Verderop in de uiterwaard en op de winterdijk bevinden zich nog kleine populaties Ruige weegbree, Ruig viooltje en Gewone agrimonie. Er zijn dus kansen op herstel. Aankoop door het Zuid-Hollands Landschap van het bijna 7 hectare grote terrein waarin de Luistenbuul ligt, zou een geweldige stap in de goede richting zijn. Eindelijk kan er dan een optimaal beheer gevoerd gaan worden en kunnen de bedreigde planten zich weer gaan uitbreiden.

* De naam ‘Luistenbuul’ is een verbastering van Luys den Buyl, die hier eind 18de eeuw een steenoven exploiteerde. Bron: P. Horden Jz., 1953. Een kleine geschiedenis van het Land van Vianen.

Overige literatuur:
F. Nijenhuijs, 1966. Rivierduinen langs de Lek.
F. Nijenhuijs, 1967. Het rivierenlandschap bedreigd.
A.A. Sterk, 1978. De Paardehoefklaver in Nederland. Hoe lang nog?
A.A. Sterk & M.M. Sterk-Luteijn, 1992. De Paardehoefklaver bij Lexmond: de terminale fase van een populatie.
E.J. Weeda, 1992. Voorkomen en standplaats van het kalkmos Entodon concinnus (De Not.) Par. langs de grote rivieren.

Webcam ooievaarsnest